Herinneringen aan Winneweer, Stadsweg 173.
John Havinga, 11 juli 1947
Tot eind 1969 heb ik in Winneweer gewoond. Gedurende mijn lagere schooltijd (1951-1959) woonden in dit pand aan de oostkant mevrouw Olthof en aan de westkant de dochter (Roelie) van mevrouw Olthof. Roelie was getrouwd met Bé Huizinga.
Van Roelie en Bé herinner ik met het volgende: Bé was zeeman en meerde regelmatig aan in Amsterdam. In de vroege jaren vijftig liepen er in Amsterdam zogenaamde Pindachinezen. Ze verkochten als straathandelaren allerlei aan pinda verwante producten. Zo ook een satésaus van uitstekende kwaliteit. Bé zag kans het originele recept van deze saus aan de Pindachinees te ontfutselen. Roelie heeft me jaren later, toen ik wel eens voor mezelf moest koken, dit recept ter hand gesteld. Het origineel, door Roelie geschreven, heb ik nog. Inmiddels heb ik het in getypte vorm doorgegeven aan familie en vrienden. Als ik het goed heb wordt er nu nog steeds in diverse huizen, verspreid over Nederland, satésaus gemaakt volgens dit recept. In ieder geval bij ons thuis.
Op de plek waar nu het viaduct ligt stond vroeger een huis, Drieborg genaamd. We veronderstelden dat er geen foto’s van dit pand zouden zijn. Mijn oom Jan heeft, vanuit zijn herinnering (of toch vanaf een foto??) dit huis geschilderd. Ik doe een foto van dit schilderij hierbij.
Onlangs, maart 2019, bezocht ik een bijeenkomst van de Historische Vereniging Ten Boer. Daar sprak ik Eltje Ridder uit Woltersum. Hij weet heel veel van Winneweer en blijkt een foto van Drieborg te hebben. Op die avond vernam ik ook dat in 1842 Winneweer nog niet bestond. De eerste bebouwing was Mudaheerd, op de plek waar nu aardappelboer Doornbos woont. De borg Mudaheerd is in 1501 gesloopt. In 1852 is Oudman uit Uithuizen met een houtzagerij begonnen. Dit bedrijf is in 1858 verkocht aan Nanninga. In die tijd is ook het café, het brugwachtershuisje en de directiewoning van Oudman / Nanninga gebouwd. Tije Penninga en Vadan de Bruijn, beiden uit Ten Post, weten nog veel meer over de geschiedenis van Winneweer.
Het huis kan ik me niet meer herinneren, wel de afbraak ervan en de overgebleven fundering. Waarschijnlijk zijn de eerste voorbereidingen voor de aanleg van de N360 begonnen in 1952 á 1953. Toen is Drieborg afgebroken. De winter viel in na afbraak van de woning, echter de fundamenten en de kelder waren nog niet verwijderd. Hevige sneeuwval volgde. Inclusief duinvorming. Om beurten fietsen we met een bloedgang de duinen in. Dat was sensationeel. Totdat Jan Doorn, hij woonde naast Bé en Roelie, aan de beurt was. Hij nam met de fiets een flinke aanloop, stoof de sneeuwduinen in, maar raakte pardoes een obstakel, vlak voor de kelderruimte. Jan vloog over de kop en verdween in de kelder. We hebben even moeten zoeken voordat we Jan weer boven sneeuw hadden.
Met de aanleg van de N360 is men begonnen in 1954. Van mijn 7e tot mijn 12e jaar heb ik veel tijd spelend doorgebracht bij de aanleg van de weg en de bouw van het viaduct.
De N360 is officieel in 1959 geopend.
Het huis links op de foto is de slagerij van mijn opa en mijn vader. Tevens mijn geboortehuis. Mijn opa heeft dit pand in 1910 laten bouwen. Helemaal achteraan zie je nog net een stukje van jullie huis.
BIJVERDIENEN
Toen ik een jaar of zestien was probeerde ik wat bij te verdienen. Het NIPO bood daartoe een mogelijkheid. Iedere maandagavond toog ik met een stapel vragenlijst naar diverse random aangewezen adressen. Zo kwam ik ook eens terecht op Stadsweg 173. Die maandagavond was het onderwerp van de enquête “cosmetica” in de meest ruime zin van het woord. Onder andere Shampoo, Scheerzeep, Deodorant en Lippenstift kwamen voorbij. Vragen als: hoe vaak gebruikt u dit of dat, waar koopt u het en van welk merk, moesten van elk artikel worden beantwoord. Ook was er een vragenlijst over vaginale spray. Omdat ik zelf ook maar amper wist dat er een dergelijk product bestond en vermoedde dat de bewoonster geen regelmatig gebruikster hiervan was heb ik deze vraag maar niet gesteld en thuis op alle vragen NEE aangekruist.
De aanleg van het viaduct en de weg zorgden voor veel vertier in het dorp. Zandschepen voerden het zand aan. De zandschepen keerden op Schoenmakershorn, het brede gedeelte in het Damsterdiep tussen Wineweer en Ten Post. Met zandzuigers werd het talud van de weg opgespoten. Het betondek van de brug is in 24 uur tijd gestort. Vrachtwagens met betonmortel reden af en aan. Een geweldige belevenis. Uit dit tijd stamt ook het volgende verhaaltje. Het speelde zich af voor jouw huis.
Koolzaadschaar
De aanleg van een nieuwe verkeersweg tussen Ten Post en Appingedam, inclusief twee “kunstwerken” (zo worden de viaducten genoemd) ter hoogte van Winneweer zorgen voor veel vertier tijdens mijn lagere schooljaren.
Het is een komen en gaan van grote vrachtwagens, zandzuigers en zandschepen. Heimachines op stoom stampen de een na de andere betonnen paal de grond in.
Hoogtepunt is de stoet van wel vijftig kiepwagens met zand die op een zaterdagmorgen ons kleine dorpje binnenrijden. Het moet een gevoel zijn geweest dat overeenkomt met de bevrijding van Nederland door de Canadezen.
Draglines graven sloten dwars door de koolzaadvelden van boer van Zalen en de weilanden van oom Theo. Vol bewondering kijk ik naar die reusachtige machines die grote happen zware klei verplaatsen.
Plotseling komt er een wegenbouwer op me af en vraagt of ik aan de machinist van de dragline wil vragen om een “koolzaadschaar”.
(dit soort grappen werden vroeger veelvuldig uitgehaald met onnozele kinderen en / of pas in dienst getreden medewerkers. Deze werden om een niet bestaande boodschap gestuurd en de grap was dan dat men van de een naar de ander werd gestuurd, totdat je erachter kwam dat je bij de neus genomen werd. Voorbeelden hiervan zijn: groupvaal, dichte gaatjespan, swienehalster, olieschaar, doosje bougievonken, voor een kwartje kiek over teunbank)
Verguld met deze opdracht loop ik naar de dragline. De machinist hoort mijn boodschap aan en zet mij naast hem in de cabine. Ik vermoed dat hij niet wil meewerken aan deze flauwe grap en hij laat me rustig een half uur meekijken naar zijn werk in de draglinecabine. Dit alles maakt een diepe indruk op me. Door het trekken aan allerlei hendels bedient hij deze reusachtige machine.
En opeens valt het kwartje. Op school en thuis heeft men mij geleerd dat God vanuit de hemel alles bestuurt. En opeens weet ik hoe dit daarboven geregeld is. In de hemel zitten engelen, net als de machinist naast mij, te trekken en te duwen aan een veelvoud van hendels. En daarmee bepalen ze hoe wij op aarde allerlei handelingen verrichten. Het heeft een aantal jaren geduurd voor ik er achter kwam hoe het werkelijk in elkaar steekt.
En toch heeft deze machinist me een onvergetelijke middag bezorgd. Aan de koolzaadschaar kon hij mij niet helpen, maar wel tijdelijk aan een oplossing voor een probleem waar ik daarvoor jaren over heb nagedacht.
Optocht
Vermoedelijk in mei 1955 werd er een optocht georganiseerd ter gelegenheid van 10 jaar Bevrijding. Ik liep mee in de optocht, verkleedt als Churchill, compleet met sigaar en een kussen voor de buik en een garibaldi op het hoofd.